Ensemble (Stadsgedicht 29)
den dolder, huis ter heide, bosch en duin
hoe we ze noemen: wijken, deelgemeentes
buurten, kernen, en volstaat dat?
plaatsen waar de namen spreken
van verleden, van natuur en eigenheid
misschien zelfs van identiteit
wat hebben ze gemeen? is er
een collectief belang? komt men
elkaar ooit tegen tussen al dat groen?
dat stáán op veiligheid en rust, op
dorps karakter en voorzieningen die
blijven hoe ze zijn
maar graag niet nog meer mensen
en al doet men zelf aan lange oprijlanen
auto’s van daarbuiten liefst niet in de berm
begrijpen we dat niet? de wereld
is er schoon en mooi, dat moet zo blijven
toch? ja, ongeacht hoe het de rest vergaat
zijn ze tenslotte niet de parels
in de kroon van ons verenigd lappendekendorp?
daarom een welgemeend verzoek
schort je opinies op. Weeg mee hoe
wellicht wezens hier (met ook twee
benen en een hart vol zorgen, liefde en verdriet)
ooit jouw privé-samaritaan
gaan zijn. Of jij de hunne. Gooi
geen kuilen dicht die open willen blijven
Diet Groothuis
stadsdichter Zeist
Groothuis, Diet