De mars (Stadsgedicht 48)
Het licht blijft hangen in de ogen van een kind.
Bemoste toverbomen hullen zich in schemeringen.
De lucht vermomt zich met een zachte avondmist.
Wij lopen, zuurstokroze bloemen in de armen,
met kettingen van wolkig suikergoed omhangen,
naar een geheime finishlijn, waar maanlicht valt.
Achter de rug sluiten zich een voor een de bossen.
Langs paden waar wij onze wandelhymnen zongen
wordt het onzichtbaar donker zonder ons.
Evocatie van de sfeer rondom het jaarlijkse wandelevenement De Avondvierdaagse.
Jan-Paul Rosenberg
Rosenberg, Jan-Paul