Volkstuin (Stadsgedicht 52)
Vastberaden zweeft het kruidige aroma van de herfst.
De moestuin gloort in een verlate vruchtbaarheid.
De bedden drommen samen rond de eeuwigheid
geven zich over aan een ouder jaargetij en wij
begraven onze warme adem diep, vier vadem
onder onze domweg ingeslapen aarde en haar taal
voor alles wat er nog bestaat. De nacht ligt braak
trekt zich de grijze haren uit het hoofd en haakt
een zwarte mantel aan. Beneveld traag
verbranden wij het rooiend loof, de rook
draagt ons op handen langs de karavanen
van de schemer naar het donker, wolken
schoeien ons met laatste dahlia’s.
Zwart onkruid ritselt over witte pagina’s.
Op Insta kijken we de zomer terug in sepia
en censureren laf de druiventepels van Proserpina.
Jan-Paul Rosenberg
Geschreven voor de Stadsdichtersbundel, die op 6 september 2025 wordt gepresenteerd op de Nationale Stadsdichtersdag in Lelystad
Rosenberg, Jan-Paul